Lange sluitersnelheden

Wanneer gebruik je het, hoe werkt dat, wat heb je ervoor nodig?

Een lange sluitersnelheid kun je gebruiken om een foto extra sfeer of dynamiek te geven, te laten zien dat er beweging is,  bewegende voorwerpen vaag af te beelden of om bewegende delen die storen in het beeld vaag te laten worden waardoor ze minder opvallen.

Met langer sluitersnelheden voeg je veelal iets bijzonders toe aan een foto. Een foto waar beweging te zien is, houdt de kijker veelal even bezig. De kijker stelt zichzelf de vraag: hoe is dit gefotografeerd? Dat is precies wat je als fotograaf wil. Je wil dat een foto opvalt en aandacht trekt, al is het maar even. Tijdens fotoworkshops krijg ik vaak de vraag hoe je kunt fotograferen met lange sluitersnelheden en toch een scherp beeld over houdt.

Er zijn enkele manieren om beweging te fotograferen:
- camera meebewegen
- camera op statief waarbij de mensen of voorwerpen bewegen
- hele lange sluitersnelheden.
In deze tutorial worden de verschillende technieken uitgelegd.
Succes met lange sluitersnelheden.

Lange sluitersnelheden: camera meebewegen

Wanneer gebruik je het?
Beweging kun je laten zien door de camera mee te bewegen met het onderwerp, bijvoorbeeld van links naar rechts. Het meebewegen wordt ook wel ‘pannen’ genoemd. Door de camera even snel te bewegen als het voorwerp wordt het onderwerp scherp afgebeeld en de achtergrond vaag. Van belang is dat het onderwerp zich in één richting verplaatst en niet in twee richtingen. Zo is het relatief makkelijk om een fiets, motor of auto te volgen. Maar het is een stuk moeilijker om een sporter die van links naar rechts over een sportveld rent en tegelijkertijd omhoog en omlaag beweegt goed te fotograferen met lange sluitersnelheden.


Voor deze techniek gebruik ik vaak een sluitersnelheid tussen 1/4 en 1/60ste seconde. De sluitersnelheid is afhankelijk van de onder andere de snelheid van het voorwerp, de afstand van de fotograaf tot het voorwerp en de gebruikte brandpuntafstand. Aan de hand van drie voorbeelden kan het worden toegelicht.
Een snel bewegend voorwerp, beeldvullend, met een telelens van 200mm vraagt een andere sluitersnelheid (bijvoorbeeld 1/30) dan een snelbewegend voorwerp, beeldvullend met een groothoeklens van 24mm (1/8).
Een langzaam bewegend voorwerp zoals bijvoorbeeld een wandelaar, beeldvullend, met een telelens van 200mm vraagt om een lage sluitersnelheid (1/4 of ½).
Vaak vraagt deze manier van fotograferen enige oefening. De techniek heb je meestal snel onder de knie. Het kost mogelijk enkele honderden beelden om de techniek te perfectioneren. Blijf dus vooral proberen en evalueren: wat moet ik veranderen om een beter resultaat te krijgen? Sneller meebewegen of langzamer, een snelle sluitersnelheid of een langzamere.

De camera kun je ook van boven naar beneden bewegen bij een bewegend of stilstaand voorwerp. Vaak bereik je met deze techniek een bijzonder effect. Kijk maar naar de foto: het beeld lijkt eerder een impressionistisch schilderij dan een foto.



Hoe werkt het?
Voor de techniek om bomen te fotograferen als een impressionistisch schilderij gebruik ik vaak een sluitersnelheid tussen de 1 en 2 seconden, met een 70 mm objectief.












Wat heb je nodig?
- camera met lens
Hoe kun je een lage sluitersnelheid instellen?
Maak alle instellingen ondergeschikt aan de keuze voor de sluitersnleheid
- Kies voor de diafragma voorkeuze en kies een F getal zodat je uitkomt op de gewenste sluitersnelheid
- Kies voor M(anual), zet ISO op 100, selecteer een zo hoog mogelijk diafragma totdat je uitkomt op de gewenste sluitersnelheid


Succes met lange sluitersnelheden.

Lange sluitersnelheden: camera op statief en mensen of voorwerpen bewegen

Wanneer gebruik je het?
Tijdens één van de fotoworkshops is er een foto gemaakt van een klein station in een bergdorp in de Franse Alpen. Het doel was om zowel het station als de mensen te fotograferen die naar het station gaan of er vandaan komen. Onder het motto ‘er bestaat geen station zonder mensen’, zijn er foto’s gemaakt van diverse voorbijgangers. De camera is op het statief gezet en beweegt niet meer. Het zijn de voorbijgangers die bewegen. Enkele voorbijgangers maakten de opmerking dat ze niet gefotografeerd wensten te worden. Daarop hebben we de voorbijgangers gevraagd naar het beeldscherm te kijken achter op de camera. Toen zij zagen dat de voorbijgangers onherkenbaar als een vage vlek in beeld worden gefotografeerd verdween de schroom en konden wij verder gaan met fotograferen. Uiteindelijk zijn tientallen foto’s gemaakt van voorbijgangers. Na afloop is deze foto gekozen. Denk dus niet na één foto dat je klaar bent. Blijf foto’s maken totdat het juiste beeld hebt. Als je voor het eerst op deze manier gaat fotograferen is het lastig vooraf te bepalen hoe het eindbeeld eruit komt te zien.


Tijdens een kermis is de camera omhoog gericht en op statief gezet. Stilstaande delen zijn vlijmscherp. Bewegende delen worden als een waas afgebeeld. 


Hoe werkt het?
Voor deze techniek gebruik ik vaak een sluitersnelheid tussen de 1 en 8 seconden, met een 70 mm objectief. Gebruik een laag ISO, bijvoorbeeld ISO100. Hoe lager het ISO, hoe langzamer de sluitersnelheid.
Gebruik een hoog diafragma getal bijvoorbeeld F22. Hoe hoger het diafragmagetal, hoe langzamer de sluitersnelheid.
 
Wat heb je nodig?
- camera met lens
- statief
- draadontspanner

Hele lange sluitersnelheden

Wanneer gebruik je het?
Sommige effecten bereik je alleen met hele lange sluitersnelheden. Tijdens één van de fotoworkshops te Marken is het gebruik van filters aan de orde gekomen. Tijdens de workshop hebben diverse deelnemers geoefend met het gebruik van zo’n filter. Een filter stelt je in staat licht tegen te houden zonder dat de kleur wordt beïnvloed. Het gevolg is dat de sluitersnelheid verlengd kan worden. Alles wat beweegt wordt vaag. Wolken in de lucht worden strepen, opspattend water wordt als mist afgebeeld. Alleen de voorwerpen die niet bewegen blijven scherp.
Deze techniek stelt je in staat bijzondere effecten te realiseren. Echter het dwingt je om goed na te denken over de compositie. Het beeld kan al snel rommelig worden. Hele lange sluitersnelheden zijn een ideaal middel om je te trainen in het eenvoudig houden van de compositie en krachtige composities te maken.




Op beide foto’s is te zien dat het water in de voorgrond wazig is als gevolg van een sluitersnelheid van vele seconden. Het water beweegt. De scherpte gaat uit het water en het water wordt een wazig en effen vlak zonder detail. De stenen bewegen niet. Alle detail is zichtbaar op de stenen. Ook de niet bewegende achtergrond is scherp. Dit soort foto's kun je alleen maken door gebruik te maken van extra hulpmiddelen zoals filters.Technische gegevens:Bovenste foto: Nikon D300S, 10-24 mm Nikon lens bij 16 mm, ISO 100, F22, 124 seconden
Onderste foto: Nikon D300S, 10-24 mm Nikon lens bij 16 mm, ISO 100, F22, 53 seconden


Op de foto hieronder is te zien dat de lucht beweegt, ondanks de grote afstand en het gebruik van een groothoeklens. Omdat het windstil is beweegt het water in de voorgrond niet waardoor de bergen aan de overkant van de vallei weerspiegelen. Dit soort kleine dingen geven een extra dimensie aan een foto.





Wat heb je nodig?
- camera met een Manual (M) stand en lenzen
- statief
- draadontspanner
- polarisatiefilter; houdt 2 lichtstops tegen en haalt reflecties weg
- filters, houdt licht tegen
- mobiel met timer om de tijd ter meten
-  een extra batterij: lange sluitersnelheden zijn een aanslag op de batterij. De camera heeft behalve de opnametijd evenveel tijd nodig om het beeld op te slaan. Dus een opname van 30 seconden kost nog eens 30 seconden om het beeld op te slaan. Je wil niet met een lege batterij komen te zitten
- poetsdoekje om opspatttend water of zeezout van de lens of de filters te wrijven

Lange sluitersnelheden: gebruik van filters

Filters worden vaak gebruikt om licht tegen te houden of een speciaal effect te bereiken.

Photoshop heeft diverse filters die in de nabewerking gebruikt kunnen worden. Echter sommige filters zijn  onvervangbaar zoals polarisatiefilters en filters die het licht tegen houden.

Polarisatiefilters worden veelal gebruik om reflecties tegen te houden. Polarisatiefilters houden het licht met 2 lichtstops tegen.  Stel je hebt een sluitersnelheid van 1/8ste seconde. Die wordt dan 1/2de seconde.

Op de markt zijn ook filters te krijgen die licht tegen houden met 3, 4 of zelfs 10 tot 12 lichtstops, de zogenaamde bigstoppers. Deze bigstoppers stellen je in staat om met daglicht lange sluitersnelheden te gebruiken. Aan de hand van een schema wordt dit toegelicht:



De filters zijn onontbeerlijk om lange sluitersnelheden te gebruiken. Kijk maar een op de site van leveranciers http://www.leefilters.com/ of bij  http://www.singh-ray.com/grndgrads.html of bij  http://www.cokin.nl/  voor voorbeelden van filters.