Lange sluitersnelheden

Wanneer gebruik je het, hoe werkt dat, wat heb je ervoor nodig?

Een lange sluitersnelheid kun je gebruiken om een foto extra sfeer of dynamiek te geven, te laten zien dat er beweging is,  bewegende voorwerpen vaag af te beelden of om bewegende delen die storen in het beeld vaag te laten worden waardoor ze minder opvallen.

Met langer sluitersnelheden voeg je veelal iets bijzonders toe aan een foto. Een foto waar beweging te zien is, houdt de kijker veelal even bezig. De kijker stelt zichzelf de vraag: hoe is dit gefotografeerd? Dat is precies wat je als fotograaf wil. Je wil dat een foto opvalt en aandacht trekt, al is het maar even. Tijdens fotoworkshops krijg ik vaak de vraag hoe je kunt fotograferen met lange sluitersnelheden en toch een scherp beeld over houdt.

Er zijn enkele manieren om beweging te fotograferen:
- camera meebewegen
- camera op statief waarbij de mensen of voorwerpen bewegen
- hele lange sluitersnelheden.
In deze tutorial worden de verschillende technieken uitgelegd.
Succes met lange sluitersnelheden.

Lange sluitersnelheden: camera meebewegen

Wanneer gebruik je het?
Beweging kun je laten zien door de camera mee te bewegen met het onderwerp, bijvoorbeeld van links naar rechts. Het meebewegen wordt ook wel ‘pannen’ genoemd. Door de camera even snel te bewegen als het voorwerp wordt het onderwerp scherp afgebeeld en de achtergrond vaag. Van belang is dat het onderwerp zich in één richting verplaatst en niet in twee richtingen. Zo is het relatief makkelijk om een fiets, motor of auto te volgen. Maar het is een stuk moeilijker om een sporter die van links naar rechts over een sportveld rent en tegelijkertijd omhoog en omlaag beweegt goed te fotograferen met lange sluitersnelheden.


Voor deze techniek gebruik ik vaak een sluitersnelheid tussen 1/4 en 1/60ste seconde. De sluitersnelheid is afhankelijk van de onder andere de snelheid van het voorwerp, de afstand van de fotograaf tot het voorwerp en de gebruikte brandpuntafstand. Aan de hand van drie voorbeelden kan het worden toegelicht.
Een snel bewegend voorwerp, beeldvullend, met een telelens van 200mm vraagt een andere sluitersnelheid (bijvoorbeeld 1/30) dan een snelbewegend voorwerp, beeldvullend met een groothoeklens van 24mm (1/8).
Een langzaam bewegend voorwerp zoals bijvoorbeeld een wandelaar, beeldvullend, met een telelens van 200mm vraagt om een lage sluitersnelheid (1/4 of ½).
Vaak vraagt deze manier van fotograferen enige oefening. De techniek heb je meestal snel onder de knie. Het kost mogelijk enkele honderden beelden om de techniek te perfectioneren. Blijf dus vooral proberen en evalueren: wat moet ik veranderen om een beter resultaat te krijgen? Sneller meebewegen of langzamer, een snelle sluitersnelheid of een langzamere.

De camera kun je ook van boven naar beneden bewegen bij een bewegend of stilstaand voorwerp. Vaak bereik je met deze techniek een bijzonder effect. Kijk maar naar de foto: het beeld lijkt eerder een impressionistisch schilderij dan een foto.



Hoe werkt het?
Voor de techniek om bomen te fotograferen als een impressionistisch schilderij gebruik ik vaak een sluitersnelheid tussen de 1 en 2 seconden, met een 70 mm objectief.












Wat heb je nodig?
- camera met lens
Hoe kun je een lage sluitersnelheid instellen?
Maak alle instellingen ondergeschikt aan de keuze voor de sluitersnleheid
- Kies voor de diafragma voorkeuze en kies een F getal zodat je uitkomt op de gewenste sluitersnelheid
- Kies voor M(anual), zet ISO op 100, selecteer een zo hoog mogelijk diafragma totdat je uitkomt op de gewenste sluitersnelheid


Succes met lange sluitersnelheden.

Lange sluitersnelheden: camera op statief en mensen of voorwerpen bewegen

Wanneer gebruik je het?
Tijdens één van de fotoworkshops is er een foto gemaakt van een klein station in een bergdorp in de Franse Alpen. Het doel was om zowel het station als de mensen te fotograferen die naar het station gaan of er vandaan komen. Onder het motto ‘er bestaat geen station zonder mensen’, zijn er foto’s gemaakt van diverse voorbijgangers. De camera is op het statief gezet en beweegt niet meer. Het zijn de voorbijgangers die bewegen. Enkele voorbijgangers maakten de opmerking dat ze niet gefotografeerd wensten te worden. Daarop hebben we de voorbijgangers gevraagd naar het beeldscherm te kijken achter op de camera. Toen zij zagen dat de voorbijgangers onherkenbaar als een vage vlek in beeld worden gefotografeerd verdween de schroom en konden wij verder gaan met fotograferen. Uiteindelijk zijn tientallen foto’s gemaakt van voorbijgangers. Na afloop is deze foto gekozen. Denk dus niet na één foto dat je klaar bent. Blijf foto’s maken totdat het juiste beeld hebt. Als je voor het eerst op deze manier gaat fotograferen is het lastig vooraf te bepalen hoe het eindbeeld eruit komt te zien.


Tijdens een kermis is de camera omhoog gericht en op statief gezet. Stilstaande delen zijn vlijmscherp. Bewegende delen worden als een waas afgebeeld. 


Hoe werkt het?
Voor deze techniek gebruik ik vaak een sluitersnelheid tussen de 1 en 8 seconden, met een 70 mm objectief. Gebruik een laag ISO, bijvoorbeeld ISO100. Hoe lager het ISO, hoe langzamer de sluitersnelheid.
Gebruik een hoog diafragma getal bijvoorbeeld F22. Hoe hoger het diafragmagetal, hoe langzamer de sluitersnelheid.
 
Wat heb je nodig?
- camera met lens
- statief
- draadontspanner

Hele lange sluitersnelheden

Wanneer gebruik je het?
Sommige effecten bereik je alleen met hele lange sluitersnelheden. Tijdens één van de fotoworkshops te Marken is het gebruik van filters aan de orde gekomen. Tijdens de workshop hebben diverse deelnemers geoefend met het gebruik van zo’n filter. Een filter stelt je in staat licht tegen te houden zonder dat de kleur wordt beïnvloed. Het gevolg is dat de sluitersnelheid verlengd kan worden. Alles wat beweegt wordt vaag. Wolken in de lucht worden strepen, opspattend water wordt als mist afgebeeld. Alleen de voorwerpen die niet bewegen blijven scherp.
Deze techniek stelt je in staat bijzondere effecten te realiseren. Echter het dwingt je om goed na te denken over de compositie. Het beeld kan al snel rommelig worden. Hele lange sluitersnelheden zijn een ideaal middel om je te trainen in het eenvoudig houden van de compositie en krachtige composities te maken.




Op beide foto’s is te zien dat het water in de voorgrond wazig is als gevolg van een sluitersnelheid van vele seconden. Het water beweegt. De scherpte gaat uit het water en het water wordt een wazig en effen vlak zonder detail. De stenen bewegen niet. Alle detail is zichtbaar op de stenen. Ook de niet bewegende achtergrond is scherp. Dit soort foto's kun je alleen maken door gebruik te maken van extra hulpmiddelen zoals filters.Technische gegevens:Bovenste foto: Nikon D300S, 10-24 mm Nikon lens bij 16 mm, ISO 100, F22, 124 seconden
Onderste foto: Nikon D300S, 10-24 mm Nikon lens bij 16 mm, ISO 100, F22, 53 seconden


Op de foto hieronder is te zien dat de lucht beweegt, ondanks de grote afstand en het gebruik van een groothoeklens. Omdat het windstil is beweegt het water in de voorgrond niet waardoor de bergen aan de overkant van de vallei weerspiegelen. Dit soort kleine dingen geven een extra dimensie aan een foto.





Wat heb je nodig?
- camera met een Manual (M) stand en lenzen
- statief
- draadontspanner
- polarisatiefilter; houdt 2 lichtstops tegen en haalt reflecties weg
- filters, houdt licht tegen
- mobiel met timer om de tijd ter meten
-  een extra batterij: lange sluitersnelheden zijn een aanslag op de batterij. De camera heeft behalve de opnametijd evenveel tijd nodig om het beeld op te slaan. Dus een opname van 30 seconden kost nog eens 30 seconden om het beeld op te slaan. Je wil niet met een lege batterij komen te zitten
- poetsdoekje om opspatttend water of zeezout van de lens of de filters te wrijven

Lange sluitersnelheden: gebruik van filters

Filters worden vaak gebruikt om licht tegen te houden of een speciaal effect te bereiken.

Photoshop heeft diverse filters die in de nabewerking gebruikt kunnen worden. Echter sommige filters zijn  onvervangbaar zoals polarisatiefilters en filters die het licht tegen houden.

Polarisatiefilters worden veelal gebruik om reflecties tegen te houden. Polarisatiefilters houden het licht met 2 lichtstops tegen.  Stel je hebt een sluitersnelheid van 1/8ste seconde. Die wordt dan 1/2de seconde.

Op de markt zijn ook filters te krijgen die licht tegen houden met 3, 4 of zelfs 10 tot 12 lichtstops, de zogenaamde bigstoppers. Deze bigstoppers stellen je in staat om met daglicht lange sluitersnelheden te gebruiken. Aan de hand van een schema wordt dit toegelicht:



De filters zijn onontbeerlijk om lange sluitersnelheden te gebruiken. Kijk maar een op de site van leveranciers http://www.leefilters.com/ of bij  http://www.singh-ray.com/grndgrads.html of bij  http://www.cokin.nl/  voor voorbeelden van filters.

Herfsttinten fotograferen: onscherp stellen

Als een foto niet scherp is, kan daar al snel een opmerking over komen. De foto is niet scherp, dus niet goed. Onscherpte kan ook gebruikt worden om een bijzonder effect te bereiken.
In deze blog laat ik twee manieren zien.

Net niet scherp stellen:
Foto 1 laat zien dat op het onderwerp, enkele beukebbladeren,  scherp is gesteld. Echter als je goed kijkt zie je dat niets maar dan ook helemaal niets op de foto scherp is. Geen enkel blad of een deel ervan is scherp. Bovendien is de foto extra vervaagd. Door te vervagen is het glazige en transparante effect versterkt.
De foto straalt: frisse herfstkleuren in een helder beeld.
De volgende camerainstellingen zijn gebruikt: Nikon D300s, ISO100, F2.8, 1/8, witbalans automaat, RAW, polarisatiefilter.

De camera bewegen:
In foto 2 is op een hele andere manier gebruik gemaakt van onscherpte. Hoewel er is scherpgesteld op de beukenbladeren is bewust de camera bewogen. In een andere blog over het onderwerp herfsttinten fotograferen is uitgelegd op welke manier een dergelijke foto gemaakt kan worden.
Foto 2 is op hetzelfde moment op dezelfde locatie gemaakt en bestaat uit dezelfde kleuren; geel, groen en rood. Alleen de verhoudingen zijn anders. Foto 1 is overwegend groen en de aandacht wordt opgeeist door de gele bladeren en een enkel rood blad. Foto 2 is overwegend rood van kleur. Wit komt niet voor in foto 2. De aandacht wordt opgeeist door het gele en groene vlak.

Herfsttinten fotograferen als een impressionist

Wat doe je als je geen statief hebt en je wilt toch herfsttinten fotograferen?
Wat doe je als je wel een camera bij je hebt maar je statief thuis hebt laten liggen?

Wissel van stijl.
In plaats van als een Hollandse meesterschilder te fotograferen, gebruik je de camerainstellingen om een impressionistisch beeld te maken.

Hoe?

Door vertikaal te camera van boven naar beneden te bewegen gedurende de periode dat je de ontspanknop hebt ingedrukt.
- Gebruik een sluitersnelheid van 1 seconden tot 2 seconden
- Zorg dus dat je de andere camera instellingen ondergeschikt maakt aan de sluitersnelheid
- Dus: M(anual), ISO 100, zo hoog mogelijk diafragma (F8 tot F22)
- Beweeg langzaam van boven naar beneden
- Op het moment dat je het bladerdek ziet start je de beweging naar beneden
- Je drukt af en ondertussen beweeg je door: stop niet
- Na 1 of 2 seconden is het beeld gemaakt
- Stop de beweging
- Kijk op je beeldscherm naar het resultaat
- Herhaal dit een keer of 10 of 50, totdat je tevreden bent.
- Misschen moet je langzamer bewegen, of sneller. Geef niet te snel op.
Het eerste resultaat is meestal niet goed, blijf het proberen.

Wat is het resultaat?
Waar is de foto gemaakt? Planken Wambuis, 2 kilometer na afrit 25 Ooosterbeek van de A12.








De volgende camerainstellingen zijn gebruikt:
Nikon D300s, RAW, Witbalans Automaat, sluitersnelheid 1,6 seconden, ISO 100, diafragma F16, Nikon 24-70 op 70 mm.

Herfsttinten fotograferen als een Hollandse meesterschilder

Er zijn verschillende manieren om herfstinten te fotograferen. Als je van details houdt kun je een beeld maken en alle details vlijmscherp weergeven.

De volgende instellingen gebruik ik meestal:
- M(anual)
- Raw, zodat er achteraf nog aangepast kan worden
- Witbalans: A(utomaat)
- ISO 100, om zo min mogelijk ruis te hebben
- F22, om maximal scherptediepte te krijgen
- Sluitersnelheid: is onbelangrijk. De camera staat op statief. Als er een windvoorseplling is (> windkracht 2), ga dan 'sochtends bij zonsopkomst of 's avonds als de wind is gaan liggen.

Waar? Planken Wambuis, 2 kilometer na afslag 25 Oosterbeek van de A12.

Wat is dan het resultaat? In groot formaat (100x100 cm) kun je ieder blaadje tellen.

De volgende camerainstellingen zijn gebruikt:
Nikon D300S, F22, 31mm met de 24-70, ISO 100, polarisatiefilter.
Dit is een panoramafoto. Deze foto is samengesteld uit 4 foto's. Daarom bevat de foto zeer veel detail. Voor de bewerking in photoshop is de foto 42 MB groot.

Herfstkleuren fotograferen: wat heb je nodig?

De liefhebbers van kleuren kunnen hun hart ophalen: eind oktober en begin november zijn ze er, de herfstkleuren.
De liefhebbers van herfstfotogarfie kunnen hun hart ophalen. Het is de komende dagen bewolkt en het waait nauwelijks.

Dus...op pad.

Hoe maak je een geslaagde herfstfoto?

De volgende tips helpen:
1. Bewolking zorgt voor witte of grijze reflectie van de kleur van de wolken op de bladeren. Het gevolg is dat de kleur van de bladeren er verzadigder uitziet. Een blauwe lucht reflecteerd de kleur blauw op bladeren. Het gevolg is dat de kleuren flets worden of zelfs gaan schitteren in het zonlicht, waardoor de kleur helemaal flets wordt.
2. Bewolkt weer heeft nog een tweede voordeel. Het zorgt dat het licht gelijkmatig wordt verspreid. Er zijn geen schaduwen. Afwezigheid van schaduwen en een egaal gespreid licht helpt om kleuren vol en verzadigd te maken.
3. Tijdens het fotogtaferen kun je als fotograaf een polarisatiefilter gebruiken. Met een polarisatie filter kun je reflecties wegfilteren. Door een polarisatiefilter te gebruiken maak je kleuren met een bewolkte lucht nog voller en meer verzadigd. Heb je er geen? Dan weet je wat je kunt vragen met de verjaardag of Sinterklaas.
4. Maar bewolkt weer en een polarisatiefilter hebben een nadeel. Je bent overgeleverd aan lange sluitersnelheden. Lange sluitersnelheden kunnen leiden tot onscherpe beelden. Om te voorkomen dat foto's onscherp worden kan een statief worden gebruikt met draadontspanner. Heb je er geen? Dan weet je wat je kunt vragen met de verjaardag of Sinterklaas. Helaas voor de gulle gevers: de kosten lopen op.
5. Ga op pad met windstil weer of weer met weinig wind. Er worden lange sluitersnelheden gebruikt. Als er teveel wind is bewegen de bladeren. Het gevolg is dat de bladeren onscherp worden en de boomstammen scherp. Het doel is om alles scherp in beeld te krijgen.
6. Maar als je eenmaal het materiaal hebt en op pad gaat met bewolkt en winstil weer dan kun je je meten met de beste topfotografen.

Samenvattend: wat heb je nodig?
- Een camera met een Manual (M) stand
- Een lens
- Een polarisatiefilter
- Een statief
- Een draadontspanner
- Bewolkt en windstil weer

Sportfotografie: isoleren

Foto's winnen aan kracht door een sporter los te maken, te isoleren van de achtergrond.
Dat kan redelijk eenvoudig door een sporter alleen en beeldvullend in beeld te brengen. De foto laat dan aan niets aan duidelijkheid te wensen over: er is één sporter in beeld en niets anders dan de sporter. Zorg er voor dat die helemaal scherp is. Met een hoger diafragma lukt dat: F8 of F11. 
En als je dat eenmaal onder de knie hebt dan is het herhalen, herhalen, herhalen...

Succes met het maken van betere sportfoto's:
http://www.jeroenroosen.nl/

Sportfotografie: 8 beelden per seconde

Een beetje body van een gerenomeerd camera merk kan 6 tot 8 frames per seconde in RAW fotograferen. Dat is een handig feature, vooral bij sportfotografie.

Sportfotografie lijkt simpel. Scherpstellen op het gezicht van de sporter of op een gebied rondom het middel. Daarna met de lens en het geselecteerde scherpstelgebied de sporter volgen tijdens de beweging. En ondertussen houd je de knop ingedrukt: niet loslaten.

Voordat je het weet heb je honderden foto's.

De 13 foto's zijn in minder dan 2 seconden gemaakt. Want 2 seconden x 8 frames per seconde = 16 beelden en het zijn maar 13 beelden. En als ik de metagegevens controleer van ieder beeld dan klopt het. Inderdaad 13 beelden in minder dan 2 seconden in RAW formaat.

Bekijk ieder beeld maar eens afzonderlijk. Ieder beeld lijkt een beweging op zich. Een technisch hoogstandje van de sporter. Iedere foto is een puzzle stukje van de beweging. Alle puzzle stukjes, alle bewegingen bij elkaar vormen één technische handeling. Deze handeling moet je als sporter succesvol uitvoeren tijdens een oefening en ook beheersen als je onder druk wordt gezet door een tegenstander zoals hier tijdens een wedstrijd van meisjes Nederlands elftal tot 16 jaar in een wedstrijd tegen Duitsland.
Met het blote oog is de beweging nauwelijks te volgen, laat staan te onthouden. Daarom zijn er fotografen met camera's. Dan kunnen we het allemaal achteraf nog eens op het gemak bekijken. Zo snel gaat sport.

Succes met het maken van betere foto's:
http://www.jeroenroosen.nl/


Sportfotografie: hoeveel foto's maak je?

Na afloop van een wedstrijd wordt het regelmatig aan me gevraagd: hoeveel foto's zijn er gemaakt van de wedstrijd?

Het antwoord is meestal tussen de 500 tot 800.

Na dit antwoord krijg ik meestal de reactie: poeh, da's best veel.

Nu de vraag aan jou: is dat veel?
Ongeveer 10 tot 50 beelden zijn helemaal goed: vlijmscherp, de actie mooi in beeld, dichtbij, emotie te lezen op het gezicht. Aan alle andere foto's mankeert wel iets: geen emotie te zien, geen tegenstander in beeld, niet helemaal scherp, rugnummers in plaats van gezichten, te ver weg,....kortom...
En dan zit je langs de kant van het veld te fotograferen. Vooraf kun je niet inschatten hoe de bewegingen worden. Meestal start ik met het fotograferen van een serie foto's aan het begin van een duel. En na afloop op het beeldscherm zie je het resultaat.

Wat doe je met de andere foto's?
Die gaan enkele reis prullebak. Nee niet naar het archief: gewoon op DELETE drukken. Niemand vraagt er ooit naar. Dus waarom extra schijfruimte reserveren voor foto's waar niemand ooit meer naar vraagt?

Succes met het maken van betere sportfoto's;
http://www.jeroenroosen.nl/


Sportfotografie: het moment

Welke sportfoto haalt de voorpagina?
Let maar eens op, ga maar eens turven als je de kranten doorbladert en op internet sites klikt...

De foto met de beker boven het hoofd, een statie portret, de groepsfoto van een elftal juichend na het winnen van het toernooi of een competitie. En meestal van dezelfde fotografen, want daarmee zijn contracten afgesloten en wordt een stevige prijs voor gevraagd.

Waarom zou je nog honderden sportfoto's maken?

Ontmoedigt deze blog je? Laat je niet ontmoedigen...dat ene winnende duel kom je ergens anders tegen: in de magazines. En kijk anders maar eens op hyves, facebook of de mobieltjes: daar vind je de actiefoto's.

Succes met het maken van betere sportfoto's:

Sportfotografie: welk diafragma, sluitersnelheid, ISO?

Welke instellingen gebruik je voor sportfoto's? Scherpe, vlijmscherpe foto's is waar alles om draait.

Een laag diafragma zorgt ervoor dat het onderwerp los komt van de achtergrond: dus F2.0-F5.6 zijn de meest gebruikte diafragma's.

Dat is in het voordeel van de fotograaf, want die wil natuurlijk hoge sluitersnelheden om de beweging van de sporter te bevriezen. Meestal is een sluitersnelheid van 1/1000ste of hoger nodig om de beweging te bevriezen, afhankelijk van de soort sport.

Dat betekent dus dat je de ISO waarde dient aan te passen om op deze sluitersnelheden uit te komen. ISO 100 leidt in de meeste gevallen tot een te lage sluitersnelheid dus is het zaak de ISO waarde aan te passen naar ISO 400 of ISO 800.

Tip: kies diafragma voorkeuze en stel het in op F2.0 of F5.6. Dan hoef je zelf niet na te denken. Is er teveel licht dan kun je bij de meeste bodies bij diafragma keuze kiezen voor 1/3, 2/3 of  een hele stop onderbelichten of overbelichten.
Mijn body staat in 85% van de gevallen in deze voorkeurstand.
Succes met het maken van betere sportfoto's.


Sportfotografie: de lens

Welke lens heb je nodig voor sportfotografie?

Wil je actiefoto's maken vanaf de tribune? Heb je geen toegangskaart om het veld op te gaan? En wil je toch actiefoto's uit het veld? Dan ben je aangewezen op een forse telelens vanaf 200mm. En professionele lenzen zijn duur. Dus huur eens een lens om het uit te proberen.

Maar heb je die spullen niet, wil je niet huren en toch mooie actiefoto's? Zorg dan dat je dichtbij komt. Hoe dichter bij je onderwerp hoe indrukwekkender de beelden. Vele van mijn mooiste sportbeelden zijn gemaakt met een lens tussen de 24mm. en 70mm. of zijn gemaakt dichtbij de sporter. Kijk maar eens op de website van www.jeroenroosen.nl  bij sportfoto's.

Kun je niet op het veld komen bij vooraanstaande evenementen, ga dan naar minder vooraanstaande evenementen. Daar mag je vaak wel dichter bij sporters komen.

Beelden van grote afstand nemen, het interessante deel achteraf op de computer uitsnijden levert meestal niet het resultaat op waarvan je zegt: wauw wat een foto.

Kortom:
- ga dichtbij
- huur/koop een professionele telelens

Succes met het maken van betere sportfoto's
http://www.jeroenroosen.nl/


Sportfotografie: de stoel

Foto's maken van sporters stelt bijzondere eisen aan de fotograaf. De sport kennen, weten waar je het beste kunt staan, welke momenten goede actiefoto's opleveren en op welk moment je op het knopje drukt zijn enkele ingredienten om bijzondere foto's te maken.

Maar er is meer: een laag standpunt.
Net als het fotograferen van portretten van mensen of dieren geldt ook voor sportfotografie dat een laag standpunt ervoor zorgt dat de sporter groter lijkt en op je af komt. Het lijkt alsof je in het veld staat en mee aan het sporten bent.

Daarom heb ik een stoeltje. Dan hoef ik niet op de grond te zitten in de nattigheid, het zand, de modder, een hard rooster, maar lekker comfortabel op een stoeltje. Het zitvlak is niet hoger dan 45 cm. want ik wil dat die sporters uit mijn beeld knallen. Ze zijn er al vanaf 15 Euro maar dan heb je Spartaanse vissersstoeltjes die uit China komen en snel kapot gaan. Wil je meer comfort dan ben je ongeveer 45 Euro kwijt.

De stoel is de belangrijkste investering als je betere sportfoto's wil maken. Vergeet de dure body, vergeet de dure professionele lens. De eerste belangrijke investering is een laag standpunt. je fotokwaliteit gaat er 100% op vooruit als je voor dit standpunt kiest. Een stoel helpt je daarbij. 

Succes met het maken van betere sportfoto's:
http://www.jeroenroosen.nl/

GRATIS lezing fotograferen in de BERGEN

Kom ook naar de lezing over fotograferen van bergen en bergmeren. Voor al diegenen die inspiratie willen opdoen, tips willen om betere vakantiefoto's te maken of willen weten hoe Jeroen Roosen de foto's maakt die op zijn website zijn te vinden: http://www.jeroenroosen.nl/


Waar:
Winkel van Bever Zwerfsport, Kamp 57 te Amersfoort

Wanneer:
Donderdag 31 maart 2011
Tijdstip:
19.00 uur tot 20.30 uur.

Kosten:
Gratis

Edelherten schieten

Als je kunt kiezen tussen rondrijden in een grote legertruck in de Veluwe of de Oostvaardersplassen en met een 500mm lens een klein beeld krijgen van enkele schichtige herten of meerdere kuddes die bestaan uit tientallen edelherten in alle vrijheid op 3 meter afstand fotograferen in Schotland dan is voor mij de keuze snel gemaakt.

'Scotland is the place to be'.


Watervallen fotograferen

In februari ben ik even uit de lucht geweest en heb ik geen blogs geschreven. En dat had een goede reden:  er was een fotoworkshop in Schotland. In februari? Jazeker in februari. De periode november - februari is 'het' seizoen in Schotland voor iedereen die van outdoors houdt: fotografen, ijsklimmers, kayakkers, wandelaars en andere leversgenieters.
Schotland staat bekend om de overvloedige regenval. Daar ben ik ook getuige van geweest. En zoals Johan Cruijff ooit eens melde heeft ieder nadeel een voordeel. Aan het nadeel van overvloedige regenval in Schotland zitten twee voordelen. Het eerste voordeel is dat er ongeveer 3000 liter water nodig is om 1 liter heerlijke Schotse whisky te maken. En het tweede voordeel is dat het egaal grijze wolkendek difuus licht geeft dat ideaal is om watervallen en bomen te fotograferen. Het licht is breed gespreid, er zijn nauwelijks slagschaduwen, er is weinig contrast, kleuren reflecteren geen blauwe lucht maar een grijze lucht en krijgen daardoor volle kleuren. Een polarisatiefilter biedt de mogelijkheid reflecties weg te nemen waardoor kleuren nog verder worden verzadigd.
Kortom voor een fotograaf is het een feest.

Staand in een kleine waterval is deze foto gemaakt..



De watervallen zijn gefotografeerd met F22, sluitersnelheden van 1 tot meerdere seconden en ISO 100. Vergeet niet het LCD scherm te gebruiken om het histogram te controleren over de belichtingswaarden. Om scherpe resultaten te krijgen zijn de foto's genomen vanaf een statief.


Dagen met zon komen in Schotland ook voor en leveren hele andere resultaten op.


Remote flitsen = handfree werken

De meeste mensen verdwalen in de kleine letters van de handleiding maar een zondagmiddag het boekje doorlezen brengt uitkomt. Je kunt natuurlijk ook mijn blog regelmatig lezen.
Handfree of remote flitsen is een weetje. Het is een erg handig: je werkt draadloos.

De faciliteit handsfree of remote flitsen hebben de wat luxere cameramodellen. Dus kijk eerst in de manual of je het woord ‘remote’ tegenkomt. Is dat het geval, lees dan deze blog verder.

Stel de camera instelling als volgt in (voor Nikon gebruikers only):
Persoonlijke instellingen >
Bracketing flits >
Flitssturing ingebouwede flitser >
Commanderstand >
Groep A Stand: klik tot het op M staat en CORR op 1/8
Groep B moet streepjes laten zien en ingebouwde flitser moet ook streepjes laten zien >
Druk op OK om de instellingen te bevestigen.

 Stel de flitster in op remote. De luxere flitser heeft een knopje aan de achterkant waarmee je de flitser direct in de remote stand zet.

Doe de flitser aan, de camera aan en klap het flitsschoentje van de body omhoog. En het remote flitsen kan beginnen.
Gebruik de instellingen van de fotoworkshop ‘flisten’.
Wil je meer? Zet een tweede of derde flitser in en je hebt je eigen mobiele lichtgewicht flitsstudio altijd bij je. Hier begint de wereld van de strobisten.

Zorg dat de pieptoon aan staat. Je hoort aan de pieptoon dat de flitser is afgegaan en is opgeladen voor het volgende flitssalvo.

Handsfree filtsen werkt tot een afstand van 10-15 meter. Dat is afhankelijk van het merk maar de premium merken Nikon, Canon en Sony halen deze afstand makkelijk.

Rode ogen geflitst?

Rode ogen zijn eenvoudig op te lossen met fotoshop pakketten zoals Picasa, Lightroom of Photoshop.
Maar waarom naar deze software grijpen als het nog eenvoudiger kan.

Rode ogen worden meestal veroorzaakt als de flitser boven de camera staat. De flitser verlicht de achterkant van de oogbol, die het licht weerkaatst. Als de flitser hoger staat dan de lens, lager, links of rechts, is het probleem opgelost. De flitser en lens hebben dan niet eenzelfde invalshoek. De invalshoek is de oorzaak van het probleem.
Om de flitser los van de camera te bedienen, heb je een verlengkabel nodig. Klinkt ingewikkeld, is eenvoudig. Koop een goede kabel van het merk van je camera, bevestigen de kabelsensor op de flitsschoen van de body en de kabelvoet onder de flitser. En je bent klaar. De kabelvoet kun je op een statief plaatsen, door iemand anders laten vasthouden of zelf vasthouden.

En als je geen kabel wenst te kopen, flits dan op het plafond, een witte muur links of rechts van je. Dan spreidt het licht en zijn er minder sterke slagschaduwen op het gezicht te zien.

Flits instelling: de basis

De meeste camera's hebben een M (manual) instelling voor zowel de body als de flitser.

Probeer de volgende instelling eens: Zet de camera instellingen op ISO 200, ISO 1/200 en diafragma F8. Zet de flitser in de manual modus op 1/8. Makkelijk te houden. Deze instellingen vormen de beginwaarden van waaruit je gaat werken.
Is de foto te licht, verhoog het diafragma naar F11 of F16
Is de foto te donker, verlaag het diafragma naar F5,6 of F4

Waarom F8: voor voldoende scherptediepte.
Waarom de sluitersnelheid handhaven. Als de sluiter sneller sluit dan de flitser belicht is een deel van de foto zwart.
Waarom ISO 200: de sensor van de meeste bodies levert dan nog mooie foto's (weinig ruis). Maar ISI 200 mag naar ISO 100 als de foto te licht is of naar ISO 400 als de foto te donker is.

Heb je geen flitser, koop er dan één. Je kunt beter een flitser kopen dan zelf geflitst worden (wegens te hard rijden).

Minder = Meer

In tegenstelling tot het menselijk oog registreert een camera alles.
Het menselijk brein maakt selecties. Onbewust filtert het menselijk brein zodat de ogen zich focussen op datgene wat op een bepaald moment belangrijk is.  
Echter een camera legt alles vast en selecteert niet. Het verschil tussen wat je ziet en wat een camera vastlegt merk je achteraf. Het beeld ziet er anders uit dan wat je in werkelijkheid ziet. Of het beeld valt zelfs tegen: er is teveel in beeld geplaatst, het beeld komt rommelig over, het hoofdonderwerp is te klein of de boodschap komt niet over. Welke keuze maak je om te voorkomen dat een foto achteraf tegenvalt?  Eén van de belangrijkste keuzes is bepalen wat je in beeld plaatst en wat niet. Bewust kijken en keuzes maken voordat de ontspanknop wordt ingedrukt. Een goede foto onderscheid zich als er op een vernieuwende manier keuzes zijn gemaakt. Zo’n foto trekt aan, eist aandacht op.

Wat breng je in beeld?

Stap één is bewust te zijn van hetgeen jouw aandacht heeft getrokken. Wat is de reden waarom je een foto wil maken van hetgeen je ziet ? Dat is wat je in beeld wil brengen. Dat is de essentie. Kortom breng de essentie zoals jij die ziet in beeld. Kies en laat weg: minder is meer.
Stap twee is het onderwerp zorgvuldig te framen. Vereenvoudig het beeld door een selectie te maken van hetgeen je ziet. Meestal zijn er in de directe omgeving van het door jou gekozen onderwerp meerdere beeldelementen.  Geef prioriteit aan hetgeen de meeste aandacht trekt. Dat is het onderwerp. Laat andere beeldelementen weg. Het framen zorgt ervoor dat je je beperkt tot één of enkele beeldelementen. Beter is het om van de verschillende beeldelementen aparte foto’s te maken in plaats van alles in één beeld te plaatsen. Een foto met veel beeldelementen lijkt al gauw rommelig. Kortom, prioriteer en breng alleen dat in beeld wat je aandacht heeft getrokken.
Stap drie gaat over alles rondom het hoofdonderwerp.  Nadat je een selectie hebt gemaakt van het hoofdonderwerp en een frame hebt gemaakt, kun je de aandacht richten op de bijzaken. Bedenk dat alles binnen het gekozen frame de kwaliteit van het beeld bepaald. Storende  elementen leiden de aandacht af van het hoofdonderwerp.  Wat doe je met bijzaken zoals een rode kleur in de achtergrond,  een lantaarnpaal achter een hoofd ? Dit soort bijzaken leiden de aandacht ongewenst af. Door het standpunt iets te veranderen bereik je vaak een geheel ander effect .
Stap vier is bewust gebruik maken van camera instellingen zoals onder andere de keuze voor een objectief, diafragma, sluitersnelheid,  flitser en bewust gebruik maken van basis compositie regels. In de volgende hoofdstukken komt dit aan bod.

Wat breng je niet in beeld?

Fotograferen is net als winkelen. In meer dan de helft van wat je ziet in een winkelstraat ben je niet geïnteresseerd. Probeer je aandacht tijdens het fotograferen te richten op datgene waar je aandacht wel naartoe gaat.
Om je zelf te trainen kun je als doel stellen om in het begin beelden te maken van één onderwerp in plaats van allerlei verschillende onderwerpen te fotograferen. Daardoor leer je een onderwerp kennen, diep je het uit en train je vaardigheden. Nadat je bent uit gefotografeerd op het onderwerp
kun je de opgedane vaardigheden gebruiken bij een volgend onderwerp.