Minder = Meer

In tegenstelling tot het menselijk oog registreert een camera alles.
Het menselijk brein maakt selecties. Onbewust filtert het menselijk brein zodat de ogen zich focussen op datgene wat op een bepaald moment belangrijk is.  
Echter een camera legt alles vast en selecteert niet. Het verschil tussen wat je ziet en wat een camera vastlegt merk je achteraf. Het beeld ziet er anders uit dan wat je in werkelijkheid ziet. Of het beeld valt zelfs tegen: er is teveel in beeld geplaatst, het beeld komt rommelig over, het hoofdonderwerp is te klein of de boodschap komt niet over. Welke keuze maak je om te voorkomen dat een foto achteraf tegenvalt?  Eén van de belangrijkste keuzes is bepalen wat je in beeld plaatst en wat niet. Bewust kijken en keuzes maken voordat de ontspanknop wordt ingedrukt. Een goede foto onderscheid zich als er op een vernieuwende manier keuzes zijn gemaakt. Zo’n foto trekt aan, eist aandacht op.

Wat breng je in beeld?

Stap één is bewust te zijn van hetgeen jouw aandacht heeft getrokken. Wat is de reden waarom je een foto wil maken van hetgeen je ziet ? Dat is wat je in beeld wil brengen. Dat is de essentie. Kortom breng de essentie zoals jij die ziet in beeld. Kies en laat weg: minder is meer.
Stap twee is het onderwerp zorgvuldig te framen. Vereenvoudig het beeld door een selectie te maken van hetgeen je ziet. Meestal zijn er in de directe omgeving van het door jou gekozen onderwerp meerdere beeldelementen.  Geef prioriteit aan hetgeen de meeste aandacht trekt. Dat is het onderwerp. Laat andere beeldelementen weg. Het framen zorgt ervoor dat je je beperkt tot één of enkele beeldelementen. Beter is het om van de verschillende beeldelementen aparte foto’s te maken in plaats van alles in één beeld te plaatsen. Een foto met veel beeldelementen lijkt al gauw rommelig. Kortom, prioriteer en breng alleen dat in beeld wat je aandacht heeft getrokken.
Stap drie gaat over alles rondom het hoofdonderwerp.  Nadat je een selectie hebt gemaakt van het hoofdonderwerp en een frame hebt gemaakt, kun je de aandacht richten op de bijzaken. Bedenk dat alles binnen het gekozen frame de kwaliteit van het beeld bepaald. Storende  elementen leiden de aandacht af van het hoofdonderwerp.  Wat doe je met bijzaken zoals een rode kleur in de achtergrond,  een lantaarnpaal achter een hoofd ? Dit soort bijzaken leiden de aandacht ongewenst af. Door het standpunt iets te veranderen bereik je vaak een geheel ander effect .
Stap vier is bewust gebruik maken van camera instellingen zoals onder andere de keuze voor een objectief, diafragma, sluitersnelheid,  flitser en bewust gebruik maken van basis compositie regels. In de volgende hoofdstukken komt dit aan bod.

Wat breng je niet in beeld?

Fotograferen is net als winkelen. In meer dan de helft van wat je ziet in een winkelstraat ben je niet geïnteresseerd. Probeer je aandacht tijdens het fotograferen te richten op datgene waar je aandacht wel naartoe gaat.
Om je zelf te trainen kun je als doel stellen om in het begin beelden te maken van één onderwerp in plaats van allerlei verschillende onderwerpen te fotograferen. Daardoor leer je een onderwerp kennen, diep je het uit en train je vaardigheden. Nadat je bent uit gefotografeerd op het onderwerp
kun je de opgedane vaardigheden gebruiken bij een volgend onderwerp.